• ge·beld
vervoeging van: bellen…
verbogen vorm: gebelde

gebeld

  1. voltooid deelwoord van bellen
     Hij vertelde dat vorig jaar een vrouw stiekem een uur op zijn telefoon naar Europa had gebeld waardoor hij een maand later een rekening van meer dan 150 dollar dollar had gekregen.[1]
  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers