gebaksvorkjes
- Geluid: gebaksvorkjes (hulp, bestand)
- IPA: / ɣəˈbɑksfɔrəkjəs / (4 of 5 lettergrepen)
- ge·baks·vork·jes
- gebaksvorkje met uitgang -s
de gebaksvorkjes mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord gebaksvorkje
- ▸ De oudste broer maakte een lijst met alle spullen, tot de gebaksvorkjes aan toe.[1]
- Het woord 'gebaksvorkjes' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Weblink bron “Verdeeld tot de gebaksvorkjes aan toe” (14 juli 2007) op nrc.nl