Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·ac·cre·di·teer·de

Bijvoeglijk naamwoord

geaccrediteerde

  1. verbogen vorm van de stellende trap van geaccrediteerd

Werkwoord

vervoeging van: accrediteren…
verbogen vorm: geaccrediteerdee

geaccrediteerde

  1. verbogen vorm van geaccrediteerd, voltooid deelwoord van accrediteren

Gangbaarheid