geabsenteerd
- ge·ab·sen·teerd
- vervoeging van absenteren: de stam met omvoegsel ge- -d
vervoeging van: | absenteren… |
verbogen vorm: | geabsenteerde |
geabsenteerd
- voltooid deelwoord van absenteren
vervoeging van: | absenteren… |
verbogen vorm: | geabsenteerde |
geabsenteerd