geïrriteerdheid
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ge·ïr·ri·teerd·heid
Woordherkomst en -opbouw
- afleiding van geïrriteerd met het achtervoegsel -heid
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | geïrriteerdheid | geïrriteerdheden |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de geïrriteerdheid v
- de mate waarin iets of iemand op een onaangename manier geprikkeld is
Gangbaarheid
- Het woord 'geïrriteerdheid' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.