• ge·ex·plo·deerd
vervoeging van: exploderen…
verbogen vorm: geëxplodeerde

geëxplodeerd

  1. voltooid deelwoord van exploderen
     Een munitietrein die bedoeld was voor Finland was bij Krylbo geëxplodeerd, minstens dertig mensen waren gewond, een aantal zwaar, maar tot nu toe waren er nog geen doden gemeld.[1]
  1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Kop in het zand” (2015), Uitgeverij Prometheus  , ISBN 9789044628142