• gat·ver

gatver

  1. (krachtterm) een wat ingehouden vloek die boosheid of verontwaardiging uitdrukt
     Wat een beesten, niet? Weet je dat ze soms met zeehonden spelen zoals een kat met een muis? Ze smijten ze omhoog en scheuren ze uit elkaar, alsof het een spelletje is.
    Hij grijnsde.
    Dit is leuk, hoor, maar dát zou ik weleens willen zien.
    Gatver, dat meen je niet,reageerde Sally.
    [1]
  1. “Noorderlicht” (2021), de Crime Compagnie, ISBN 9789461094766