ganzenborden
- gan·zen·bor·den
- Afgeleid van ganzenbord met het achtervoegsel -en
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
ganzenborden |
ganzenbordde |
geganzenbord |
zwak -d | volledig |
ganzenborden
- inergatief het klassieke bordspel ganzenbord spelen
- Mijn dochter gaat huilen als ze met ganzenborden verliest.
de ganzenborden mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord ganzenbord
- Het woord ganzenborden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.