ga tekeer
- ga te·keer
vervoeging van |
---|
tekeergaan |
ga tekeer
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tekeergaan
- Ik ga tekeer.
- gebiedende wijs van tekeergaan
- Ga tekeer!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tekeergaan
- Ga je tekeer?
- aanvoegende wijs van tekeergaan
- Het woord ga tekeer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.