• ga om
  • uit ga (werkwoord) en om, hiertussen kunnen nog andere woorden staan
vervoeging van
omgaan

ga om

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omgaan
    • Ik ga om. 
  2. gebiedende wijs van omgaan
    • Ga om! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omgaan
    • Ga je om? 
  4. aanvoegende wijs van omgaan