fruition
- Geluid: fruition (VK) (hulp, bestand)
- IPA: / fruːˈɪʃən /
- fru·i·tion
- Afkomstig van het Middelengelse woord fruicioun, dat van het Oudfranse woord fruicion komt, dat weer van het Laatlatijnse woord fruitio (Nederlands: genot) komt (van het Latijnse voltooid deelwoord fruitus, dat van frui (Nederlands: genieten) komt)
- Engels zelfstandig naamwoord met het achtervoegsel -ion
Naar frequentie | 42222 |
---|
enkelvoud | meervoud |
---|---|
fruition | - |
fruition
- [VS]: realisation
- realization
- to come to fruition
tot bloei komen
- to bring something to fruition
tot iets bloei brengen