französischen

Duits

Uitspraak

• Geluid:  französischen    (hulp, bestand)
• IPA: / fʀanˈʦøːzɪʃn̩ /, / fʀanˈʦøːzɪʃən /

Woordafbreking

• fran·zö·si·schen

Bijvoeglijk naamwoord

französischen

1. onbepaald (zonder lidwoord) genitief mannelijk enkelvoud van französisch

französischen

1. onbepaald (zonder lidwoord) accusatief mannelijk enkelvoud van französisch

französischen

1. onbepaald (zonder lidwoord) genitief onzijdig enkelvoud van französisch

französischen

1. onbepaald (zonder lidwoord) datief meervoud van französisch

Bijvoeglijk naamwoord

französischen

1. bepaald genitief mannelijk enkelvoud van französisch

französischen

1. bepaald datief mannelijk enkelvoud van französisch

französischen

1. bepaald accusatief mannelijk enkelvoud van französisch

französischen

1. bepaald genitief vrouwelijk enkelvoud van französisch

französischen

1. bepaald datief vrouwelijk enkelvoud van französisch

französischen

1. bepaald genitief onzijdig enkelvoud van französisch

französischen

1. bepaald datief onzijdig enkelvoud van französisch

französischen

1. bepaald meervoud van englisch

Bijvoeglijk naamwoord

französischen

1. onbepaald genitief mannelijk enkelvoud van französisch

französischen

1. onbepaald datief mannelijk enkelvoud van französisch

französischen

1. onbepaald accusatief mannelijk enkelvoud van französisch

französischen

1. onbepaald genitief vrouwelijk enkelvoud van französisch

französischen

1. onbepaald datief vrouwelijk enkelvoud van französisch

französischen

1. onbepaald genitief onzijdig enkelvoud van französisch

französischen

1. onbepaald datief onzijdig enkelvoud van französisch

französischen

1. onbepaald meervoud van französisch