fransijnen
- Geluid: fransijnen (hulp, bestand)
- IPA: / frɑnˈsɛinə(n) / (3 lettergrepen)
- fran·sij·nen
- fransijn met uitgang -en
de fransijnen mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord fransijn
- Scheurt die fransijnen, vrijbrieven tot scheuring, in flarden; doemt die waspoppen, die stokers van muitbrand, ten vuur! [1]
- Het woord 'fransijnen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.