foefelen
- foe·fe·len
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
foefelen |
foefelde |
gefoefeld |
zwak -d | volledig |
foefelen
- foefelen is een Belgisch werkwoord dat naar - meestal bewust - knoeien of frauderen verwijst.
- Ministeries foefelen met 8 miljard euro.
- Foefelen doen we niet. In Herentals leveren we keurig en goed werk.
- Het woord foefelen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "foefelen" herkend door:
46 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be