focuste
- fo·cus·te
vervoeging van |
---|
focussen |
focuste
- enkelvoud verleden tijd van focussen
- Ik focuste.
- Jij focuste.
- Hij, zij, het focuste.
- Ik focuste.
- Het woord focuste staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
vervoeging van |
---|
focussen |
focuste