flyeren
- fly·e·ren
- uit het Engels
flyeren
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
flyeren |
flyerde |
geflyerd |
zwak -d | volledig |
- uit delen van folders op straat om aandacht voor een bepaalde zaak te krijgen
- Het promotieteam had veel jonge meisjes ingehuurd om op straat te flyeren voor het popconcert.
- Opvallend veel vrouwen zijn aan het flyeren (in Theheran).[1]
- Ik loop naar Team Lidl aan de overkant. Dat is bijna door z'n flyers heen. Roy praait de mensen nauwelijks. Actief flyeren is niet nodig, zegt hij, de mensen die je spreken wil komen vanzelf. Hij is postbezorger en raadslid tegelijk, en houdt van praten.[2]
- Het woord flyeren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.