flyeren voor een politieke partij tijdens de verkiezingsstrijd
  • fly·e·ren
  • uit het Engels

flyeren

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
flyeren
flyerde
geflyerd
zwak -d volledig
  1. uit delen van folders op straat om aandacht voor een bepaalde zaak te krijgen
    • Het promotieteam had veel jonge meisjes ingehuurd om op straat te flyeren voor het popconcert. 
    • Opvallend veel vrouwen zijn aan het flyeren (in Theheran).[1] 
    • Ik loop naar Team Lidl aan de overkant. Dat is bijna door z'n flyers heen. Roy praait de mensen nauwelijks. Actief flyeren is niet nodig, zegt hij, de mensen die je spreken wil komen vanzelf. Hij is postbezorger en raadslid tegelijk, en houdt van praten.[2]  


  1. NRC 18 mei 2017
  2. Volkskrant Toine Heijmans 13 maart 2017