fitnessen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- fit·nes·sen
Werkwoord
fitnessen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
fitnessen |
fitneste |
gefitnest |
zwak -t | volledig |
- (sport) sporten in een sportschool
- Wij fitnessen driemaal per week gedurende één uur en oefenen dan op verschillende fitnessapparaten.
Gangbaarheid
- Het woord fitnessen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "fitnessen" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be