fikken
- fik·ken
de fikken mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord fik
- meervoud van het zelfstandig naamwoord fik: vingers, vanaf de 20e eeuw alleen meervoud
- Het woord fikken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "fikken" herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
86 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ 1,0 1,1 "fikken" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be