fiatteren
- fi·at·te·ren
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
fiatteren |
fiatteerde |
gefiatteerd |
zwak -d | volledig |
fiatteren [2]
- Het woord fiatteren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "fiatteren" herkend door:
79 % | van de Nederlanders; |
42 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ fiatteren op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be