• fas·ci·nes

de fascinesmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord fascine


vervoeging van
fascinar

fascines

  1. aanvoegende wijs tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van fascinar
  2. gebiedende wijs (ontkennend) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van fascinar