Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • fas·ci·nen
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

de fascinenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord fascine
Synoniemen


Spaans

Werkwoord

vervoeging van
fascinar

fascinen

  1. aanvoegende wijs derde persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van fascinar
  2. gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van fascinar