förkortat
- för·kor·tat
- Bijvoeglijk gebruik van het voltooid deelwoord van het Zweedse werkwoord förkorta met het voorvoegsel för-
Naar frequentie | 54943 |
---|
stellend | vergrotend | overtreffend |
---|---|---|
g: förkortad o: förkortat |
- |
- |
förkortat
- Geen verbuiging
förkortat
- voltooid (verleden) deelwoord van förkorta (bij gebruik in combinatie met een zelfstandig naamwoord met onzijdig geslacht)