expenditure
- Geluid: expenditure (VS) (hulp, bestand)
- IPA: / ɪkˈspɛndɪtʃə /
- ex·pen·di·ture
- Afkomstig van de Latijnse werkwoordsvorm expenditus, die het voltooid deelwoord van het Latijnse werkwoord expendere is
- Engels naamwoord met het voorvoegsel ex- en met het achtervoegsel -ure
enkelvoud | meervoud |
---|---|
expenditure | expenditures |
expenditure
- besteding, consumptie, uitgave, verbruik
- «His father is a labourer and cannot afford the school fee and other expenditures of his three sons and two daughters.»
- Zijn vader is een arbeider en kan zich niet veroorloven het schoolgeld en andere uitgaven voor zijn drie zonen en twee dochters.
- «His father is a labourer and cannot afford the school fee and other expenditures of his three sons and two daughters.»