• eu·ro·pe·isk
  • Bijvoeglijk naamwoord met het achtervoegsel -isk.
Naar frequentie 14815
stellend vergrotend overtreffend
onbepaald
(sterk)
m/v enkelvoud europeisk mer europeisk mest europeisk
o enkelvoud europeisk
meervoud europeiske
bepaald
(zwak)
enkelvoud en
meervoud
europeiske mer europeisk mest europeisk

europeisk

  1. (demoniem) Europees


  • eu·ro·pe·isk
  • Bijvoeglijk naamwoord met het achtervoegsel -isk.
stellend vergrotend overtreffend
onbepaald
(sterk)
m/v enkelvoud europeisk meir europeisk mest europeisk
o enkelvoud europeisk
meervoud europeiske
bepaald
(zwak)
enkelvoud en
meervoud
europeiske meir europeisk mest europeiske

europeisk

  1. (demoniem) Europees