• es·do·ren
enkelvoud meervoud
naamwoord esdoren esdorens
verkleinwoord - -

de esdorenm

  1. (plantkunde) esdoorn
39 % van de Nederlanders;
56 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be