• epo·pee·en

de epopeeënmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord epopee
    • De aan de afzonderlijke epopeeën gewijde hoofdstukken zijn eigenlijk even zovele zelfstandige studies, en wel van een minutieusheid en een grondigheid die ons van Smit niet verbazen, maar die toch telkens weer diep respect afdwingen. [1]