enkelsokken
- Geluid: enkelsokken (hulp, bestand)
- IPA: / ˈɛŋkəlˌsɔkə(n) / (4 lettergrepen)
- en·kel·sok·ken
- enkelsok met uitgang -en
de enkelsokken mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord enkelsok
- Een andere tennis-ster schiep de mode van de enkelsokken, die over de kousen werden gedragen en waarvan het bovenstuk werd opgerold tot juist boven de schoenen. [1]
- Het woord 'enkelsokken' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ "Londensch aanteekenboek. Billie in bloote beenen." in: Provinciale Geldersche en Nijmeegsche courant nr. 113 (14 mei 1927); p. 8 kol. 2; geraadpleegd 2019-08-09