enkelsokje
- Geluid: enkelsokje (hulp, bestand)
- IPA: / ˈɛŋkəlˌsɔkjə / (4 lettergrepen)
- en·kel·sok·je
het enkelsokje o
- verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord enkelsok
- Gevolgd door het alom bekende sportieve enkelsokje. [1]
- Het woord 'enkelsokje' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Leistra, M."Sokjes in de city" in: Provinciale Zeeuwse Courant jrg. 247 nr. 64 (17 maart 2005); p. 43 (Mode 24) kol. 1; geraadpleegd 2019-08-09