englischen
Duits
Uitspraak
- Geluid: englischen (hulp, bestand)
- IPA: / ˈɛŋlɪʃn̩ /, / ˈɛŋlɪʃən /
Woordafbreking
- eng·li·schen
Bijvoeglijk naamwoord
englischen
englischen
- onbepaald (zonder lidwoord) accusatief mannelijk enkelvoud van englisch
englischen
englischen
Bijvoeglijk naamwoord
englischen
englischen
englischen
- bepaald accusatief mannelijk enkelvoud van englisch
englischen
englischen
englischen
englischen
englischen
Bijvoeglijk naamwoord
englischen
englischen
englischen
- onbepaald accusatief mannelijk enkelvoud van englisch
englischen
englischen
englischen
englischen
englischen