• en·de·leg
  • Afkomstig van het Oudnoorse woord endaligr met het achtervoegsel -leg
stellend vergrotend overtreffend
onbepaald
(sterk)
m/v enkelvoud endeleg endelegare endelegast
o enkelvoud endeleg
meervoud endelege
bepaald
(zwak)
enkelvoud en
meervoud
endelege endelegare endelegaste

endeleg

  1. eindelijk
  2. eindig

endeleg

  1. eindelijk, tenslotte, uiteindelijk