Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • emo·ti·o·na·li·teit
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord emotionaliteit emotionaliteiten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

emotionaliteit v [1]

  1. het emotioneel geraakt zijn; het gevoelsmatig ergens bij betrokken zijn
     De staatssecretaris erkent dat "juist vanuit hun enorme betrokkenheid" werkdruk en emotionaliteit een rol kunnen spelen in het vertrek van medewerkers. "Gelukkig melden zich nog wekelijks mensen die graag willen meehelpen, en is er ook vanuit de Belastingdienst een grote bereidheid om te helpen."[2]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “'Chaos en paniek' bij afhandeling compensatie toeslagenaffaire” (Donderdag 29 april 2021), NOS