eisten af
- eis·ten af
vervoeging van |
---|
afeisen |
eisten (...) af
- meervoud verleden tijd van afeisen
- Wij eisten af.
- Jullie eisten af.
- Zij eisten af.
- Wij eisten af.
- Het woord 'eisten af' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.