Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • eis·te af
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
afeisen

eiste (...) af

  1. enkelvoud verleden tijd van afeisen
    • Ik eiste af. 
    • Jij eiste af. 
    • Hij, zij, het eiste af. 

Gangbaarheid