einhundertsechsundvierzig

       
0 1 4 6
einhundertsechsundvierzig,
op een abacus
  • ein·hun·dert·sechs·und·vier·zig

einhundertsechsundvierzig

  1. eenhonderdzesenveertig, het getal 146
  • De vorm met "einhundert" wordt vooral gebruikt als verwarring met andere hondervouden mogelijk is.