einhundertachtunddreißig

       
0 1 3 8
einhundertachtunddreißig,
op een abacus
  • ein·hun·dert·acht·und·drei·ßig

einhundertachtunddreißig

  1. eenhonderdachtendertig, het getal 138
  • De vorm met "einhundert" wordt vooral gebruikt als verwarring met andere hondervouden mogelijk is.