eggen
- eg·gen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
eggen |
egde |
geëgd |
zwak -d | volledig |
eggen
- overgankelijk (landbouw) de grond bewerken met een eg, waarbij kleine geultjes gemaakt worden om daarna te zaaien
- Het land wordt morgen geëgd.
de eggen mv
- Het woord eggen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "eggen" herkend door:
70 % | van de Nederlanders; |
71 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be