• ef·ter·føl·gen·de
  • Afkomstig van het Deense werkwoord følge met het voorvoegsel efter- en met het achtervoegsel -ende.

efterfølgende

  1. erop volgend, navolgend, volgend
  • de efterfølgende dage
de volgende dagen

efterfølgende

  1. onvoltooid deelwoord van efterfølge