eenworden
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- een·wor·den
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
eenworden |
werd een |
eengeworden |
klasse 7 | volledig |
Werkwoord
eenworden
- ergatief twee of meer zaken die zich verenigen tot één, integreren, samensmelten
- Het eenworden van de Europese Unie is een lang integratie proces.
Gangbaarheid
- Het woord 'eenworden' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.