Eenieder is gelijk voor de wet (Paleis Kneuterdijk  )
  • een·ie·der

eenieder

  1. ieder persoon afzonderlijk
    • Hij werd door eenieder gehoogacht. 
89 % van de Nederlanders;
95 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be