echtgenoten
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: echtgenoten (hulp, bestand)
Woordafbreking
- echt·ge·no·ten
Zelfstandig naamwoord
de echtgenoten mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord echtgenoot
- meervoud van het zelfstandig naamwoord echtgenote
Synoniemen
- [2] echtgenotes