duwden in
- duw·den in
vervoeging van |
---|
induwen |
duwden (...) in
- meervoud verleden tijd van induwen
- Wij duwden in.
- Jullie duwden in.
- Zij duwden in.
- Wij duwden in.
- Het woord duwden in staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.