duikend
- dui·kend
vervoeging van: | duiken |
verbogen vorm: | duikende |
duikend
- onvoltooid deelwoord van duiken
- met het hoofd vooruit snel naar beneden gaand
- ▸ Duikende vogels, mieren, hagedissen en het onophoudelijke gezang van de krekels. Alles was nieuw voor me en ik nam het allemaal in me op als een kind op zijn eerste schooldag.[1]
- Het woord duikend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers