• dui·kend
vervoeging van: duiken
verbogen vorm: duikende

duikend

  1. onvoltooid deelwoord van duiken
  2. met het hoofd vooruit snel naar beneden gaand
     Duikende vogels, mieren, hagedissen en het onophoudelijke gezang van de krekels. Alles was nieuw voor me en ik nam het allemaal in me op als een kind op zijn eerste schooldag.[1]
  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers