• droogt uit
vervoeging van
uitdrogen

droogt uit

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitdrogen
    • Jij droogt uit. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitdrogen
    • Hij droogt uit. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitdrogen
    • Droogt uit!