draaiden terug
- draai·den te·rug
vervoeging van |
---|
terugdraaien |
draaiden terug
- meervoud verleden tijd van terugdraaien
- Wij draaiden terug.
- Jullie draaiden terug.
- Zij draaiden terug.
- Wij draaiden terug.
- Het woord draaiden terug staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.