Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • draai warm
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
warmdraaien

draai (...) warm

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van warmdraaien
    • Ik draai warm. 
  2. gebiedende wijs van warmdraaien
    • Draai warm! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van warmdraaien
    • Draai je warm? 

Gangbaarheid