• draai grijs
vervoeging van
grijsdraaien

draai (...) grijs

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van grijsdraaien
    • Ik draai grijs. 
  2. gebiedende wijs van grijsdraaien
    • Draai grijs! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van grijsdraaien
    • Draai je grijs?