Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • draai aan
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
aandraaien

draai aan

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aandraaien
    • Ik draai aan. 
  2. gebiedende wijs van aandraaien
    • Draai aan! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aandraaien
    • Draai je aan? 


Gangbaarheid