Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • draagt over
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
overdragen

draagt (…) over

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overdragen
    • Jij draagt over. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overdragen
    • Hij draagt over. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van overdragen
    • Draagt over! 

Gangbaarheid