doorscheuren
- door·scheu·ren
- samenstelling van door bw en scheuren ww
doorscheuren [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
doorscheuren |
scheurde door |
doorgescheurd |
zwak -d | volledig |
- in twee of meer delen scheuren
doorscheuren [2]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
doorscheuren |
doorscheurde |
doorscheurd |
zwak -d | volledig |
- het maken van een scheur in iets
- Het woord doorscheuren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.