Spaans

Uitspraak
Woordafbreking
  • do·ler
stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
dolerse
dolía
dolido
volledig

Werkwoord

dolerse

  1. wederkerend zich beklagen
  2. (~ de) betreuren, bedroefd zijn over, spijt hebben van
  3. weeklagen
  4. (~ con) medelijden hebben met

Verwijzingen